Wereldwijd bestaan er
35 soorten
brandnetel. In onze contreien kennen we de grote en de kleine. De eerste (Urtica Dioica) is meerjarig en kan wel bijna 3 meter lang worden. Ze heeft een sterk vertakte wortelstok die ondiep groeit, maar zich wel wijd kan verbreiden. Haar groei is een indicatie van ‘verstoorde’ en te rijke grond die nog niet in evenwicht is.
De kleine brandnetel (Urtica Urens) is eenjarig, éénhuizig met penwortel en wordt niet hoger dan 60 centimeter. Deze soort komt pas later bovengronds, rond mei en geeft een indicatie voor grond in evenwicht.
Als je een voedselbos wil dan nodig je veel spontaniteit en onvoorspelbaarheid uit. Brandnetel is daar een van de nuttigste voorbeelden van. Ziehier 5 goede redenen om de groei van brandnetels in je gelaagde tuin of voedselbos aan te moedigen!
De brandnetel groeit overal: aan bosranden, op vuilstortplaatsen of verwaarloosde plekken. Het is een plant die goed gedijt op rijke bodem. Waar teveel stikstof in de bodem zit, o.a. door meststoffen, groeit ze uitbundig en verdringt er fragiele inheemse planten. Dat kan een bedreiging vormen voor de biodiversiteit.
Waar echt een overdaad aan brandnetels groeit, is de bodem vaak van slechte structuur, stikstofrijk, humusrijk, ijzerrijk. Vaak betreft het ook een bodem vol dierlijke organische stof, bijvoorbeeld wanneer boeren er veel gieren. In de schaduw zijn brandnetels minder enthousiaste groeiers, dus hoe hoger bomen en struiken groeien, des te minder brandnetels je zal zien.
Anderzijds is de brandnetel van grote waarde voor het leven van talloze dieren. Juist omdat de brandnetel veel stikstof bevat, trekt zij dieren aan. Voor de meeste planteneters heeft een verhoging van het stikstofgehalte een positieve invloed op hun groei, overleving en voortplanting. Veel insecten zijn dus afhankelijk van deze inheemse topper, zoals dag- en nachtvlinders, wantsen, enkele slakken, cicaden, snuitkevers, glanskevers en bladluizen. Bovendien trekken brandnetels wel vijftig dag- en nachtvlindersoorten aan! Brandnetel dient dan niet alleen als voedselgewas, maar ook om eitjes te leggen. De vlinders landkaartje, dagpauwoog, atalanta, brandnetelmot, bruine snuituil, kleine vos en gehakkelde aurelia, zijn enkele van de vele soorten die genieten van de brandnetel. Verder hebben tal van vogels voordeel bij de brandnetel. Zo maakt de tjiftjaf een bolvormig nest dat meestal in een dichte wirwar van brandnetels en andere begroeiing vlak boven de grond ligt. De proteïnerijke rupsen op de brandnetel zijn voor kool- en pimpelmezen een lekkere hap. Brandnetelzaden zijn dan weer uitstekend voedsel voor de heggenmus.
Het is zeer nuttig om in je tuin of voedselbos een of meerdere plekken te behouden waar je alles gewoon laat gebeuren. Dikwijls zijn dit plekken waar je met een machine niet bij kunt en die je daardoor vergeet. Daar groeien dan wilde planten, zoals bv. de brandnetel.
Netels groeien goed waar heel veel stikstof of fosfaten in de grond zitten. Dat zijn namelijk de belangrijkste voedingselementen van een plant. Zodra die voorraad opgebruikt is, verdwijnen ze geleidelijk van die plek. Daardoor bevatten brandnetels ook veel voedingsstoffen en is brandnetelgier een beproefd middel om te bemesten, om sterkere planten te bekomen en ziekten of plagen te weren.
Recept van brandnetelgier:
Brandnetelgier is een vloeistof, gemaakt van gefermenteerde brandnetels en zeer rijk aan voedingsstoffen.
1. Neem een grote hoeveelheid netels en stop deze in een emmer.
2. Kneus de stelen en de bladeren met een stok en plaats een gewicht (steen of tegel) op je gekneusde netels.
3. Bedek je netels tot ze net onder water staan (niet meer dan 3/4 van je emmer). Gebruik bij voorkeur regenwater; leidingwater bevat chloor en dat is niet goed voor je brouwsel.
4. Plaats je emmer in een half-zonnige plaats, weg van je huis omwille van de vreselijke stank na een tijdje.
5. Na een paar dagen begint je brandnetelgier te fermenteren en dus voedingsstoffen vrij te geven aan het water.
6. Roer regelmatig in het brouwsel.
7. Je mengsel heeft tot drie weken nodig bij koude temperaturen om optimaal te zijn, in de zomer doe je er maar 10 dagen over.
8. Zodra het bubbelen stopt, is je brandnetelgier klaar voor gebruik.
9. Zeef het mengsel af en verdun het: 1 deel op 10 delen water.
Bij het opzetten van een composthoop kunnen flinke hoeveelheden brandnetels -uiteraard vooraleer ze in zaad staan- de compost zowel verbeteren als versnellen. Omdat ze de capaciteit hebben om verschillende mineralen en sporenelementen te binden, komen deze elementen weer vrij als compost. Je kan ze natuurlijk ook gebruiken als mulch -gewoon plukken en onverwerkt neerleggen als bodembedekking- onder je bessenstruiken of andere aanplantingen.
Brandnetels trekken ook bladluizen aan, waardoor andere aanplantingen gespaard blijven van de luizenvraat.
De
jonge brandneteltoppen van planten die 15-20 cm hoog zijn kan je eten.
Je plukt dan de bovenste 10 centimeter met stengel. Maart-april is daarvoor het uitgelezen moment. Als je regelmatig oogst kan je zo bijna het hele jaar blijven plukken. Je kan ook in de lente een reserve aanleggen door de verse bladeren te laten drogen. Zodra de brandnetel in bloei staat is hij niet meer geschikt voor consumptie.
Brandnetelblad is zeer rijk aan voedingsstoffen: ijzer, calcium, magnesium, kalium, aminozuren, b-vitamines. We mogen de brandnetel gerust beschouwen als superfood!
Je kan het blad op het laatst toevoegen aan om het even welke soep. Je kan het ook kort blancheren en eten als bijgerecht. Bovendien kan je het rauw toevoegen aan smoothies of in kruidenazijn, verwerken in quiche of pesto, opstoven als spinazie en verwerken in sauzen. Brandnetelchips zijn ook heel lekker. Je mengt vers gewassen brandnetel met 10 procent van dat gewicht aan olie en zeer weinig zout en verwarmt dit 60 graden in de oven, zodat het droogt zonder te verbranden.
Samen met wat appels en selder in de centrifuge krijgt je een heerlijk dynamiserend sapje. Of maak er een infuus van (een zevental minuten), ideaal om te ontgiften.
De niet-prikkende zaadjes zijn ook eetbaar. Men noemt ze de ‘red bull’ van de natuur. Tijdens de zomer kan je het rijpe groene brandnetelzaad, dat in kleine trosjes aan de top van elke brandnetel hangt, verzamelen. Dit kan je toevoegen aan je yoghurt of muesli ’s morgens, in sla en in zelfgebakken brood. Vroeger werden brandnetelzaden standaard gegeven aan mensen die wat moesten aansterken en dat zegt genoeg over het nut van deze veelzijdige plant.
Brandnetel drijft vocht af, reinigt het bloed en is ontstekingsremmend. Bovendien prikkelt zij de stofwisseling en kan ze perfect worden ingezet om voorjaarsmoeheid te bestrijden. Brandnetel verbetert ook de immuniteit en vermindert allergische verschijnselen. Het is een onderdeel van theemengsels tegen reuma, jicht of gal- en leverproblemen.
Brandnetel is dus een bloedzuiverend kruid in de zin dat het invloed uitoefent op alle organen die het lichaam zuiveren. Het is eigenlijk een tonicum voor ons hele lichaam: het ondersteunt de nieren, de lever en de darmen. Bijwerkingen zijn een stralende huid, sterke nagels en glanzend haar. Ideaal om als voorjaarszuiveringskuur te integreren na de winter.
Brandnetel is ook gekend om zijn versterkende en helende werking op de bijnieren. Bij uitputting, burn-out of een overdosis stresshormonen vermindert een kuur van een aantal weken brandnetelthee of inname van brandnetelzaadjes je stressgevoeligheid en doet het je energie toenemen. Het is inderdaad een adaptogeen kruid en heeft dus geen instant effect. Bij consequente en langdurige inname is het wel herstellend en versterkend voor het zenuw- en hormoonstelsel. Netelzaadtinctuur maken is daarom zeker ook een zinvolle optie.
Schoonheidsproduct
Brandnetel is zeker nuttig voor wie last heeft van vet haar of haaruitval. Een tonic op basis van brandnetel kan je gemakkelijk zelf maken. Doe een handvol verse brandnetel in ¼ liter water. Laat 2 uur sudderen; zeven, uitdrukken en afvullen in flesjes. Wrijf met een ruime hoeveelheid iedere avond je haardos in en het wordt zacht en glanzend.
Dierenvoeder
De meeste dieren mijden de brandnetel als de pest, maar in gedroogde toestand vinden ze het een lekkernij. Snij dus gerust een portie af en droog ze voor de kippen of konijnen. Vermaal de gedroogde plant, zodat die niet meer zo fel prikt en meng regelmatig een beetje onder hun voeder. Je kippen zullen meer eitjes leggen en een mooier verenkleed krijgen. De konijntjes krijgen er een superzacht, fluwelig pelsje van. Hun algemene conditie gaat er werkelijk op vooruit.
Verf
Met brandnetel kan je groentinten maken voor het vervaardigen van een natuurlijke aquarelverf of om bijvoorbeeld stoffen mee te kleuren. Wil je paaseieren verven? Leg dan eens een mooi plantblaadje op een ei, bind daar een stukje pantykous omheen en kook het ei in een al voorgetrokken en diep getinte thee met gedroogde brandnetel of hondsdraf.
Weetje: in Engeland werden in 1942 tonnen brandnetels gebruikt ter vervaardiging van een groene camouflagekleur.
Papier
Dit kun je zelf maken van allerlei plantenvezels en bij voorkeur van planten met lange vezels, zoals … de brandnetel.
Net zoals vlas en hennep kan ook brandnetel gebruikt worden voor de productie van touw of kleding. Het werd bijvoorbeeld in de Eerste Wereldoorlog gebruikt om soldatenkledij van te maken bij gebrek aan katoen. Ook de gekende neteldoek kent hier zijn oorsprong.
Om touw te maken verzamel je lange brandnetels en ontdoe je die van hun bladeren. Vervolgens klop je met een steen of dik stuk hout de bast plat. Deze kunt je dan uiteenrafelen in lange rangen. Die twijn je vervolgens samen tot een touw of je vlecht ze. Hier kan je dan bijvoorbeeld smudgesticks mee samenbinden. Dit zijn kruidenbundels om als wierook te gebruiken.
Brandnetels mogen dus niet ontbreken in ons voedselbos en onze gelaagde tuin als we natuurlijk tuinieren hoog in het vaandel dragen. Wie de brandnetel kent, kan niet anders dan haar te beschouwen als een veelzijdige super-plant en dit zowel voor de biodiversiteit en het gebruik voor mens, dier en tuin. Laten we dankbaar gebruik maken van deze ongelofelijke cadeau van en voor Moeder Natuur !