Blogopmaak

Een voedselbos vergt natuurlijke land- en tuinbouwmethodes

Hugo Der Kinderen • mei 20, 2021

Voedselbossen zijn een ideale kans om op een natuur-inclusieve manier aan voedselwinning te doen

Bij het aanleggen en behouden van voedselbossen moeten we alert zijn en de methoden uit de gangbare, industriële land- en tuinbouw inruilen voor milieuvriendelijke alternatieven. Het zijn immers de oude methoden die maken dat onze traditionele voedselproductie niet langer natuur-inclusief is. Deze verouderde methoden werken namelijk tegen de natuur in en leggen een hypotheek op de gezonde en ecologisch verantwoorde voedselwinning, die we met voedselbossen beogen.


Een kleine opsomming maakt het belang van de omschakeling van landbouwmethoden duidelijk

 

1.     Ploegen

Ploegen heeft een rol bij de teeltwissel of de opstart van een nieuwe teelt. Alles wat men zaait, heeft blote grond nodig om water op te zuigen en om voldoende lucht te krijgen voor de kieming. Een bijkomend doel van ploegen is om al het organisch materiaal dat nog aanwezig is aan de oppervlakte, onder te werken. Dit als onderdeel van de groenbemesting of gewoon om ‘met een propere lei’ te kunnen beginnen. Dat laatste is natuurlijk puur visueel. Het oogt zo netjes als je een homogeen vlak hebt. Het lijkt of alles dan in orde is en onder controle! De nadelen van deze werkwijze zijn echter niet min.


De belangrijkste nadelen van ploegen zijn uitdroging en schade aan het bacterieleven. De uitdroging spreekt voor zich. Het aanwezige water verdampt enorm snel en wanneer het onvoldoende regent dan is dat erg nadelig voor de opkomst van de jonge planten.


De aanslag op het bacterieleven in de bodem is nefast. Elke grondlaag heet z’n eigen bacterieleven en deze lagen mengen is dodelijk voor dat bacterieleven. Daardoor maakt ploegen van de grond namelijk een soort zanderige substantie, die eerder dood dan levend is. Telkens weer moet de grond zich herstellen van deze aanslag en uiteindelijk geraakt de bodem uitgeput. Onder meer het werk van Peter Wohlleben toont aan hoe belangrijk het ondergrondse bacterieleven is om de wortels van planten gezond en resistent te maken. Werken volgens de principes van de permacultuur is de enige degelijke oplossing voor dit probleem.


2.     Blote grond

De natuur voorziet dat grond zo snel mogelijk beschermd wordt tegen de invloeden van regen (uitspoeling), wind (verstuiving) en zon (uitdroging). Blote grond verliest onder invloed van deze natuurelementen zeer snel zijn vocht, alsook het organisch materiaal. De CO2 verdampt, bacteriën sterven af en de erosie gaat haar gang.


Blote grond is het onvermijdelijke gevolg van ploegen. Tussen de teelten door een grond laten braak liggen, geeft eveneens dat probleem. Na een oogst de grond onaangeroerd laten, geeft kansen aan spontane begroeiing en dat vraagt tijd. Maar ploegen en terug inzaaien, vragen ook tijd. Ideaal is om een werkwijze te vinden waarmee “blote grond” het hele jaar door wordt vermeden. ‘Mulchen’ (grond bedekt houden met dood organisch materiaal) is het perfecte alternatief. Het is gemakkelijk toepasbaar op relatief kleine schaal en uiteraard gemakkelijker wanneer men meerjarige planten gebruikt. Met wat inventiviteit en goede wil lukt het ongetwijfeld wel om dat systeem ook op grotere schaal toe te passen.


3.     Maaien

Wanneer je grassen of gelijksoortige gewassen wil oogsten, moet je maaien. Positief is dat de originele plant blijft staan en weer opschiet. Dat geldt zeker voor gras, omdat gras het gewas bij uitstek is dat in de natuur de rol van grondbedekker vervult. Als men maait in een periode dat er voldoende regen valt om dat herstelproces snel te laten gebeuren dan is de schade voor de plant en voor de grond redelijk beperkt. Wanneer echter een droogte volgt, wordt het snel dramatisch door de uitdroging en de erosie die erop volgt. Lang gras, zelfs als het verdroogt, is een betere beschermer tegen droogte en hitte dan kort gras. Bovendien vermijdt door niet of minder te maaien ook de zware negatieve impact op het insectenleven.


Het grootste probleem is dat men maait om de grond netjes te maken. Een egaal groen tapijt oogt volgens velen ordelijker dan een ongelijk grasveld, met verschillende grassen en bloemen die hier en daar misschien zelfs wat verdroogd zijn. Dit soort maaien is uiteraard problematisch vanuit het oogpunt van verantwoord natuurbeheer. Het lijkt eerder een psychologisch probleem dat voortkomt uit de drang naar orde en controle of uit een gebrek aan kennis omtrent de werking van de natuur.


Maaien is minder een probleem op de productieve akkers, maar veeleer op de bermen. Er is geen enkel objectief voordeel aan het ‘scheren’ van bermen. Een belangrijk nadeel is dat ook daar de erosie toeneemt. Bovendien lijdt de biodiversiteit hierdoor enorme schade.


Het bestaande wettelijk verbod om bermen te maaien voor half juni is een bescheiden stap in de goede richting, want vanaf dat moment gaan de machines er des te forser tegenaan. Bermen zouden een landschapselement voor biodiversiteit moeten zijn; een minimum aan compensatie voor de overdreven industriële monocultuur. Insecten en vogels zouden er wel bij varen. Zeker de weidevogels die door het intensieve maaibeheer nauwelijks nog kans op voortplanting hebben.


Pak het bermbeheer aan, bv. op niveau van het gemeentereglement, en we zetten een gigantische stap voorwaarts. Daarenboven besparen we de gemeenschap meteen een hoop nutteloze kosten.


4.     Zware machines

Dit hoeft eigenlijk geen betoog. Het gewicht van machines drukt de grond samen en de zo noodzakelijke structuur in de bodem gaat verloren. Dat wordt gedeeltelijk hersteld door opnieuw te ploegen (luchtigheid), maar de schade van het samendrukken wordt nog vergroot door het telkens opnieuw ploegen, zoals eerder al aangehaald. Er ontstaat zelfs een ‘ploegzool’ op de diepte net onder de geploegde laag. Dit is zeer nadelig voor de waterhuishouding van de bodem en dus ook … voor de planten!


Al jaren werkt men aan oplossingen door bv. sommige machines uit te rusten met bredere banden, maar het gewicht blijft nefast. De oplossing is duidelijk uitsluitend te vinden in de richting van minder machines noodzakelijk te maken. Door methoden van permacultuur over te nemen komen we op dit vlak al een heel eind. Het is immers de noodzakelijke teeltwissel die veel grondbewerking meebrengt.


Teeltwisseling is een (zwak) substituut voor de nadelen van monocultuur. Voor zover machines nog noodzakelijk blijven voor het behalen van het nodige rendement, moeten ze lichter zijn en zou men het gebruik op vochtige grond zeer sterk moeten beperken. Hoewel het gebruik van rupsbanden enige verbetering biedt, blijft het gewicht en groot nadeel. Zolang alles is afgestemd op ‘sneller’ en ‘grootschaliger’ -wat vandaag duidelijk het geval is- zal de overgang moeilijk zijn. Dat is efficiëntie ten koste van effectiviteit of korte termijn boven lange termijn.


5.     Pesticiden

Een uiterst pijnlijk punt is het gebruik van pesticiden. De actuele visie is dat je zonder bestrijdingsmiddelen geen gezonde planten kan telen. Er komt steeds meer bewijs dat dit een ‘kort door de bocht’-conclusie is. De werkelijke reden is dat door de beschreven industriële methoden planten enorm verzwakken. Daardoor worden ze steeds gevoeliger voor allerlei aantastingen: van insecten en schimmels tot verdroging en verrotting. Verarmde grond verzwakt planten en maakt hen minder immuun tegen bovenstaande aantastingen. Wat men met pesticiden dus eigenlijk doet, is het symptoom bestrijden met nog meer natuur-onvriendelijke methoden. Een negatieve spiraal die we al veel te lang in stand houden.

De nefaste invloed van de gebruikte chemicaliën is moeilijk exact te becijferen, maar ze is enorm. Zowel het bodemleven, de insecten, de vogels als het grondwater krijgen het zwaar te verduren. Het hele ecosysteem waarin de planten moeten overleven, wordt systematisch vernield. Zelfs de schadelijke residuen die in de voedingsketen terecht komen, hebben het tij maar weinig kunnen doen keren.


We zien nog steeds hele akkers doodgespoten worden voor een teeltwissel. In de professionele fruitteelt zette men al enorme stappen naar een natuurlijke bestrijding van insectenoverlast. Dit moet ook in de landbouw kunnen.


6.     Water afvoeren

Een ander hardnekkig probleem is en blijft de waterhuishouding. Men houdt grachten en greppels zoveel mogelijk open, verdiept en verbreedt ze om in geval van hoge neerslag het water zo snel mogelijk af te voeren. In het voorjaar wil men immers zo snel mogelijk beginnen met de grondbewerking met zware machines. Dit is opnieuw symptoombestrijding.


Hopelijk zal meer en beter inzicht in het hele systeem ertoe leiden dat deze werkwijze in de toekomst wordt bijgestuurd. Grachten moeten dienen als bezinkputten om het water in de grondlagen te krijgen of natuurlijk én berekend weg te voeren. Hoewel het bewustzijn hieromtrent sterk groeit, heeft dit helaas nog geen merkbare invloed op de landbouwmethoden. Kortzichtigheid en traditie halen het nog steeds van inzicht en deskundigheid.


7.     Overbemesting

Dit probleem is zeer gekend. Vooral vanuit milieuhoek dringt men sterk aan op oplossingen omwille van de nefaste invloed op de kwaliteit van het grondwater. Maar er is meer. Bovenop de wettelijk beperkte bemesting met drijfmest, blijft het gebruik van kunstmest de regel. In drijfmest zit nog redelijk wat organisch materiaal, in kunstmest niet. Dat werkt verschraling van de bodem in de hand. Het gehalte organische stof daalt, bovenop de effecten van erosie en uitdroging.


Planten worden opgejaagd door een overvloed aan mest en lijden aan obesitas. Het is een beetje als met ganzenlever. Een zieke lever is blijkbaar een ideale bron van inkomsten. Opgeblazen groenten zijn dat ook. Ze zien er mooi en glad uit, maar het is een illusie dat dit geen invloed heeft op hun werkelijke kwaliteit. Uiteraard dringt de vraag zich op wat men verstaat onder ‘kwaliteit’ …


Industriële landbouw werkt vandaag op kwantiteit, zolang men niet teruggefloten wordt. Dit heeft natuurlijk te maken met het verdienmodel waar de landbouwbedrijven in gewrongen zitten. Schaalvergroting en efficiëntie moeten voorop staan om de leefbaarheid van deze bedrijven te waarborgen. Maar zelfs wanneer die leefbaarheid geen probleem meer is, bv. in succesvolle productiejaren, blijft het streven naar meer winst de grote spelbreker voor duurzaamheid. Een nieuw en ander ontwerp van het landbouwsysteem, dat meer rekening houdt met de natuur, moet hier een oplossing brengen.


Op weg naar natuur-inclusieve land- en tuinbouw


Wanneer we deze methoden vervangen door meer natuur-inclusieve werkwijzen dan zetten we belangrijke stappen vooruit. Als we daar nog de principes van de gemengde cultuur i.p.v. monocultuur en ook de gelaagdheid aan toevoegen dan bekomen we een natuur-inclusieve voedselproductie.

Het afstappen van monocultuur betekent overigens niet dat je bieten en mais door elkaar zaait. Afwisseling in de percelen, afgezoomd met houtkanten, brengt al een mooie verbetering. Vooral wanneer de oppervlakte van die percelen beperkt wordt en als men erop let dat er voldoende variatie in teelten is per vierkante kilometer. Door hun vorm kunnen die percelen nog steeds geschikt blijven om machinaal te bewerken, in de mate dat dit nodig is.


Er is de voorbije 100 jaar enorm geïnvesteerd in kennis om meer voedsel te produceren. Dat ging steeds in de richting van schaalvoordelen, bemesting, efficiëntie en mechanisering.  Als we al onze huidige kennis en technologie met evenveel ijver gebruiken om een duurzame voedselproductie te ontwerpen dan slagen we daar zeker in; en zelfs op enkele jaren tijd. Wat houdt ons tegen? Traditie, koppigheid, eigenbelang, gebrek aan kennis, politiek belang, …?

 

Laten we daarom, waar mogelijk, niet langer de fout maken om vertrouwde traditionele methoden over te nemen in voedselbossen en gelaagde tuinen.


Hugo Der Kinderen - mei 2021

18 okt., 2022
Gisteren waren wij op bezoek bij Mieke. Afwezigen hadden weeral ongelijk. Op 3 jaar tijd hebben Mieke en Guy van een puur grasland van een kleine 3.000 m2 een oase gemaakt van bloemen, kruiden, eetbare planten, voedselbosrand, fruitbomen, bessenperk, enz. ... TOPPIE . Zelfs met een verplaatsbare serre op wielen:) Permacultuur staat bij Mieke en Guy hoog in het vaandel. Men kan er zelfs een heus rietveld bewonderen waar al het "grijze" water afkomstig van het woonhuis omgezet wordt in helder herbruikbaar water voor zowel huis & tuin. Twee waterputten van telkens 10.000 liter worden op deze wijze gevuld. Een kleine 2 uren later zat ik terug in de wagen richting Antwerpen met verse ideeën en plannen voor volgend seizoen. Dank u Mieke om tijd te maken om ons onder te dompelen in uw Tuin van (H)eden .
door Annick Hollebeke 18 okt., 2022
In deze ecologische voedseltuin wordt volop ingezet op eetbaar en sierlijk. Er is heel veel aandacht voor bloeiende planten het jaar rond. 12 maanden lang vind je hier één of meerdere bloeiende struiken, vaste planten of bloeiende groenten. Dit maakt deze tuin het jaar rond aantrekkelijk voor bestuivers, vogels …. Oktober is de maand van de oogst van appels, najaars- en wintergroenten, In de serre staan de bakken met plukgroen voor de winterslaatjes. In de tuin staan heel wat asters, die zelfs in deze droge periode nog zorgen voor kleur. Recent werd een waterzuivering op basis van bloeiende planten aangelegd met opvang van het gezuiverde water. Op die manier kan het water hergebruikt worden. In de vloeibeemden van de Kleine Nete , die deel uit maken van de tuin, staan momenteel 4 Galloway runderen die zorgen voor een extensieve begrazing. Het overvloedige opschoot van schietwilg en de uitbundige uitbreiding van Japanse Duizendknoop hopen ze met de runderen onder controle te kunnen houden. Annick is zeer gepassioneerd en weet ontzettend veel over het leven volgens seizoenen. Ze deelt deze kennis graag met zoveel mogelijk mensen. Verslag van Vincent Deleu: 16 oktober, wat een prachtige dag! Superlatieven schieten te kort! Een feest, ik zou zelfs durven schrijven een waar “tuin-orgasme”. Niet alleen de prachtige tuin, uitzonderlijke planten, ware verhalen en droomachtige beelden maar vooral, …. vooral de charme van Annick onze gastvrouw sprak boekdelen. Wij bevinden ons in Kessel bij Nijlen bij Annick en Johan in hun “Voedseljungle” In 1985 aangekocht, lichtjes bouwvallig huisje en een tuin met veel verharding. Pure-zure-zandgrond. Dit was 37 jaar geleden hun tuin-startmoment. Het was en is nog steeds hun droom. Via input van enkele tuinarchitecten maar vooral door eigen ondervinding is hun jungle een droom, een bezienswaardigheid in al zijn aspecten. Kempische vijgen, Kiliaanappel, Red Sentinel, Szechuanpeper, Franse uiensoepboom, Acanthus, Chileense Guave (Ugni) en noem maar op. Alles is de revue gepasseerd . Zelfs een poterietuin hebben ze in Kessel! Theunisbloemen, Cornus Mas, Udo, Cornus Kousa en groene asperges. Johan -beau comme son fils- en echtgenoot van … is een ware God in de keuken . Vooral patisserie en taarten zijn zijn ding. Allen hebben kunnen genieten van verschillende Limburgse taarten met peer, appel, druiven en pruimen. Verse koffie, verschillende soorten thee en druppeltjes eigen gemaakte likeur. Het kon echt niet op. Man, man, man, … geen miserie, geen miserie, geen miserie. Enkel leuke quotes blijven toch bij: o Proporties moeten kloppen o Parasollekes in de tuin o Maak je eigen plantgoed o Maar vooral “Bloeien van het regenwater” Lieve Annick, beste Johan, In naam van een goed 20 bezoekers onze oprechte dank voor deze formidabele voormiddag. Mogen wij volgende week terugkomen ?
door Annick Hollebeke 23 aug., 2022
De Delanttuin...
door Vincent Deleu 22 feb., 2022
Zaterdag 16 april 2022 om 14:00 uur
door Marcus Van Loon en Vincent Deleu 17 feb., 2022
Een wilde oase van jonge bomen en allerlei struiken op een groen tapijt van opschietend onkruid… overal eetbare blaadjes, vruchten en bloempjes… dit is ’t Loonse voedselbos in Kalmthout waar de natuur (h)eerlijk voedsel voortbrengt! Via onze zomerse rondleidingen maken we je graag deelgenoot van deze nieuwe bewustwording zonder voetafdruk.
door Kathleen Van den Steen 11 jan., 2022
Twee voedselbossen als inspiratiebron: Bekijk hier de masterclass-film van ILVO, Agroforestry Vlaanderen . De film duurt 45 min (advertentie overslaan)
door Bénédicte Hottlet 09 jan., 2022
5 goede redenen om brandnetels in je voedselbos en gelaagde tuin te integreren Wereldwijd bestaan er 35 soorten brandnetel. In onze contreien kennen we de grote en de kleine. De eerste (Urtica Dioica) is meerjarig en kan wel bijna 3 meter lang worden. Ze heeft een sterk vertakte wortelstok die ondiep groeit, maar zich wel wijd kan verbreiden. Haar groei is een indicatie van ‘verstoorde’ en te rijke grond die nog niet in evenwicht is. De kleine brandnetel (Urtica Urens) is eenjarig, éénhuizig met penwortel en wordt niet hoger dan 60 centimeter. Deze soort komt pas later bovengronds, rond mei en geeft een indicatie voor grond in evenwicht. Als je een voedselbos wil dan nodig je veel spontaniteit en onvoorspelbaarheid uit. Brandnetel is daar een van de nuttigste voorbeelden van. Ziehier 5 goede redenen om de groei van brandnetels in je gelaagde tuin of voedselbos aan te moedigen! 1. Biodiversiteitswaarde van de brandnetel De brandnetel groeit overal : aan bosranden, op vuilstortplaatsen of verwaarloosde plekken. Het is een plant die goed gedijt op rijke bodem. Waar teveel stikstof in de bodem zit, o.a. door meststoffen, groeit ze uitbundig en verdringt er fragiele inheemse planten. Dat kan een bedreiging vormen voor de biodiversiteit. Waar echt een overdaad aan brandnetels groeit, is de bodem vaak van slechte structuur, stikstofrijk, humusrijk, ijzerrijk. Vaak betreft het ook een bodem vol dierlijke organische stof, bijvoorbeeld wanneer boeren er veel gieren. In de schaduw zijn brandnetels minder enthousiaste groeiers, dus hoe hoger bomen en struiken groeien, des te minder brandnetels je zal zien. Anderzijds is de brandnetel van grote waarde voor het leven van talloze dieren . Juist omdat de brandnetel veel stikstof bevat, trekt zij dieren aan. Voor de meeste planteneters heeft een verhoging van het stikstofgehalte een positieve invloed op hun groei, overleving en voortplanting. Veel insecten zijn dus afhankelijk van deze inheemse topper, zoals dag- en nachtvlinders, wantsen, enkele slakken, cicaden, snuitkevers, glanskevers en bladluizen. Bovendien trekken brandnetels wel vijftig dag- en nachtvlindersoorten aan! Brandnetel dient dan niet alleen als voedselgewas, maar ook om eitjes te leggen. De vlinders landkaartje, dagpauwoog, atalanta, brandnetelmot, bruine snuituil, kleine vos en gehakkelde aurelia, zijn enkele van de vele soorten die genieten van de brandnetel. Verder hebben tal van vogels voordeel bij de brandnetel. Zo maakt de tjiftjaf een bolvormig nest dat meestal in een dichte wirwar van brandnetels en andere begroeiing vlak boven de grond ligt. De proteïnerijke rupsen op de brandnetel zijn voor kool- en pimpelmezen een lekkere hap. Brandnetelzaden zijn dan weer uitstekend voedsel voor de heggenmus. Het is zeer nuttig om in je tuin of voedselbos een of meerdere plekken te behouden waar je alles gewoon laat gebeuren. Dikwijls zijn dit plekken waar je met een machine niet bij kunt en die je daardoor vergeet. Daar groeien dan wilde planten, zoals bv. de brandnetel. 2. Brandnetel in de tuin: mulch, gier en compostverbeteraar Netels groeien goed waar heel veel stikstof of fosfaten in de grond zitten. Dat zijn namelijk de belangrijkste voedingselementen van een plant. Zodra die voorraad opgebruikt is, verdwijnen ze geleidelijk van die plek. Daardoor bevatten brandnetels ook veel voedingsstoffen en is brandnetelgier een beproefd middel om te bemesten, om sterkere planten te bekomen en ziekten of plagen te weren. Recept van brandnetelgier : Brandnetelgier is een vloeistof, gemaakt van gefermenteerde brandnetels en zeer rijk aan voedingsstoffen. 1. Neem een grote hoeveelheid netels en stop deze in een emmer. 2. Kneus de stelen en de bladeren met een stok en plaats een gewicht (steen of tegel) op je gekneusde netels. 3. Bedek je netels tot ze net onder water staan (niet meer dan 3/4 van je emmer). Gebruik bij voorkeur regenwater; leidingwater bevat chloor en dat is niet goed voor je brouwsel. 4. Plaats je emmer in een half-zonnige plaats, weg van je huis omwille van de vreselijke stank na een tijdje. 5. Na een paar dagen begint je brandnetelgier te fermenteren en dus voedingsstoffen vrij te geven aan het water. 6. Roer regelmatig in het brouwsel. 7. Je mengsel heeft tot drie weken nodig bij koude temperaturen om optimaal te zijn, in de zomer doe je er maar 10 dagen over. 8. Zodra het bubbelen stopt, is je brandnetelgier klaar voor gebruik. 9. Zeef het mengsel af en verdun het: 1 deel op 10 delen water. Bij het opzetten van een composthoop kunnen flinke hoeveelheden brandnetels -uiteraard vooraleer ze in zaad staan- de compost zowel verbeteren als versnellen. Omdat ze de capaciteit hebben om verschillende mineralen en sporenelementen te binden, komen deze elementen weer vrij als compost. Je kan ze natuurlijk ook gebruiken als mulch -gewoon plukken en onverwerkt neerleggen als bodembedekking- onder je bessenstruiken of andere aanplantingen. Brandnetels trekken ook bladluizen aan, waardoor andere aanplantingen gespaard blijven van de luizenvraat. 3. Brandnetel als superfood De jonge brandneteltoppen van planten die 15-20 cm hoog zijn kan je eten . Je plukt dan de bovenste 10 centimeter met stengel. Maart-april is daarvoor het uitgelezen moment. Als je regelmatig oogst kan je zo bijna het hele jaar blijven plukken. Je kan ook in de lente een reserve aanleggen door de verse bladeren te laten drogen. Zodra de brandnetel in bloei staat is hij niet meer geschikt voor consumptie. Brandnetelblad is zeer rijk aan voedingsstoffen: ijzer, calcium, magnesium, kalium, aminozuren, b-vitamines . We mogen de brandnetel gerust beschouwen als superfood! Je kan het blad op het laatst toevoegen aan om het even welke soep. Je kan het ook kort blancheren en eten als bijgerecht. Bovendien kan je het rauw toevoegen aan smoothies of in kruidenazijn, verwerken in quiche of pesto, opstoven als spinazie en verwerken in sauzen. Brandnetelchips zijn ook heel lekker. Je mengt vers gewassen brandnetel met 10 procent van dat gewicht aan olie en zeer weinig zout en verwarmt dit 60 graden in de oven, zodat het droogt zonder te verbranden. Samen met wat appels en selder in de centrifuge krijgt je een heerlijk dynamiserend sapje. Of maak er een infuus van (een zevental minuten), ideaal om te ontgiften. De niet-prikkende zaadjes zijn ook eetbaar. Men noemt ze de ‘red bull’ van de natuur. Tijdens de zomer kan je het rijpe groene brandnetelzaad, dat in kleine trosjes aan de top van elke brandnetel hangt, verzamelen. Dit kan je toevoegen aan je yoghurt of muesli ’s morgens, in sla en in zelfgebakken brood. Vroeger werden brandnetelzaden standaard gegeven aan mensen die wat moesten aansterken en dat zegt genoeg over het nut van deze veelzijdige plant. 4. Brandnetel als medicijn Brandnetel drijft vocht af, reinigt het bloed en is ontstekingsremmend . Bovendien prikkelt zij de stofwisseling en kan ze perfect worden ingezet om voorjaarsmoeheid te bestrijden. Brandnetel verbetert ook de immuniteit en vermindert allergische verschijnselen. Het is een onderdeel van theemengsels tegen reuma, jicht of gal- en leverproblemen. Brandnetel is dus een bloedzuiverend kruid in de zin dat het invloed uitoefent op alle organen die het lichaam zuiveren . Het is eigenlijk een tonicum voor ons hele lichaam: het ondersteunt de nieren, de lever en de darmen. Bijwerkingen zijn een stralende huid, sterke nagels en glanzend haar. Ideaal om als voorjaarszuiveringskuur te integreren na de winter. Brandnetel is ook gekend om zijn versterkende en helende werking op de bijnieren. Bij uitputting, burn-out of een overdosis stresshormonen vermindert een kuur van een aantal weken brandnetelthee of inname van brandnetelzaadjes je stressgevoeligheid en doet het je energie toenemen. Het is inderdaad een adaptogeen kruid en heeft dus geen instant effect. Bij consequente en langdurige inname is het wel herstellend en versterkend voor het zenuw- en hormoonstelsel. Netelzaadtinctuur maken is daarom zeker ook een zinvolle optie. 5. Andere toepassingen van brandnetel Schoonheidsproduct Brandnetel is zeker nuttig voor wie last heeft van vet haar of haaruitval. Een tonic op basis van brandnetel kan je gemakkelijk zelf maken. Doe een handvol verse brandnetel in ¼ liter water. Laat 2 uur sudderen; zeven, uitdrukken en afvullen in flesjes. Wrijf met een ruime hoeveelheid iedere avond je haardos in en het wordt zacht en glanzend. Dierenvoeder De meeste dieren mijden de brandnetel als de pest, maar in gedroogde toestand vinden ze het een lekkernij. Snij dus gerust een portie af en droog ze voor de kippen of konijnen. Vermaal de gedroogde plant, zodat die niet meer zo fel prikt en meng regelmatig een beetje onder hun voeder. Je kippen zullen meer eitjes leggen en een mooier verenkleed krijgen. De konijntjes krijgen er een superzacht, fluwelig pelsje van. Hun algemene conditie gaat er werkelijk op vooruit. Verf Met brandnetel kan je groentinten maken voor het vervaardigen van een natuurlijke aquarelverf of om bijvoorbeeld stoffen mee te kleuren. Wil je paaseieren verven? Leg dan eens een mooi plantblaadje op een ei, bind daar een stukje pantykous omheen en kook het ei in een al voorgetrokken en diep getinte thee met gedroogde brandnetel of hondsdraf. Weetje: in Engeland werden in 1942 tonnen brandnetels gebruikt ter vervaardiging van een groene camouflagekleur. Papier Dit kun je zelf maken van allerlei plantenvezels en bij voorkeur van planten met lange vezels, zoals … de brandnetel. Net zoals vlas en hennep kan ook brandnetel gebruikt worden voor de productie van touw of kleding. Het werd bijvoorbeeld in de Eerste Wereldoorlog gebruikt om soldatenkledij van te maken bij gebrek aan katoen. Ook de gekende neteldoek kent hier zijn oorsprong. Om touw te maken verzamel je lange brandnetels en ontdoe je die van hun bladeren. Vervolgens klop je met een steen of dik stuk hout de bast plat. Deze kunt je dan uiteenrafelen in lange rangen. Die twijn je vervolgens samen tot een touw of je vlecht ze. Hier kan je dan bijvoorbeeld smudgesticks mee samenbinden. Dit zijn kruidenbundels om als wierook te gebruiken. Conclusie Brandnetels mogen dus niet ontbreken in ons voedselbos en onze gelaagde tuin als we natuurlijk tuinieren hoog in het vaandel dragen. Wie de brandnetel kent, kan niet anders dan haar te beschouwen als een veelzijdige super-plant en dit zowel voor de biodiversiteit en het gebruik voor mens, dier en tuin. Laten we dankbaar gebruik maken van deze ongelofelijke cadeau van en voor Moeder Natuur ! 
door Kathleen Van den Steen 22 dec., 2021
20 jaar geleden kochten Carina Antonissen en Vincent Deleu een lap grond van 1,5 ha groot. Vandaag is het een waar voedselparadijs voor mens en dier en een trekpleister waar iedereen welkom is. Sinds oktober is de natuurtuin ondergebracht in een stichting waardoor de poort naar de natuurtuin nog meer openstaat om groepen mensen met open armen te ontvangen. Maak kennis met de waaier aan mogelijkheden Je kan er terecht voor rondleidingen, workshops, themafeesten of gewoon uitbundig genieten. We stellen de stichting graag aan je voor in deze presentatie . Locatie Neerstraat 111 2070 Zwijndrecht
door Wesley Lemoine 10 okt., 2021
Tuinen van hEden inspireert en verbindt mensen om op een duurzame manier gebruik te maken van de grondoppervlakte die zij ter beschikking hebben. Wie dit op een respectvolle en constructieve manier doet, draagt bij tot meer biodiversiteit en een gezondere voedselproductie. Bovendien heeft dit een positief effect op het klimaat en … op de eigen mentale gezondheid. Graag inspireren we jou met een interessante daguitstap naar Het Voedselbos en De Woudezel. We kijken er naar uit om kennis te maken! Het Voedselbos We zijn te gast bij Bert Dhondt, lesgever permacultuur en sinds 2000 bezig met het uitbouwen van Het Voedselbos in Nokere-Kruisem. Deze eetbare jungle verweeft biodiversiteit en voedselproductie op een duurzame en hoopgevende manier. Je kan er getuige zijn van een ecosysteem op zijn best en een uniek ontwerp van permacultuur in de praktijk. De Woudezel In Houthulst leidt Diderik Clarebout ons graag rond op zijn domein van 6ha om zijn kennis van eetbare en wilde planten met ons te delen. De verscheidenheid van plantensoorten die bij De Woudezel staan is zeer groot. Een belangrijk deel van zijn activiteit is het vermeerderen en opkweken van plantgoed. Dus wie op zoek is naar plantgoed kan hier zeker ook terecht. Praktisch Zaterdag 30/10/2021 – 09.45u Waregemstraat 29 – 9771 Kruishoutem Op basis van de inschrijvingen proberen we te carpoolen voor wie dit wenst. 10-12.30u Rondleiding in Het Voedselbos - Waregemstraat 29 - 9771 Nokere-Kruisem 12.30-13u Eigen lunch nuttigen in Het Voedselbos - koffie en thee worden voorzien 14-16.30u Rondleiding bij De Woudezel - Iepersteenweg 84 - 8650 Houthulst Inschrijven Door storting van 25 euro op rekening BE78 9734 1575 6986 op naam van Tuinen van hEden, met vermelding van "Uitstap 30/10 + je telefoon- of gsmnummer" aub. PS: Deze activiteit gaat alleen door bij voldoende inschrijvingen. Indien er niet voldoende belangstelling is dan verwittigen we jou telefonisch en storten wij je inschrijvingsgeld volledig terug. Hopelijk tot weldra! Het Tuinen van hEden-team
Meer posts
Share by: